icon

Verrekening bij wijze van verweer

Eerder deze week schreven wij in het kader van serie zekerheidsrechten al over verrekening.

Een bijzondere vorm van verrekening, is de ‘verrekening als verweer'. Deze ‘vorm' van verrekening is geregeld in artikel 6:136 BW. In de praktijk van het procederen komt dit verweer regelmatig voor.

In de kern komt dit beroep op verrekening op het volgende neer. De partij die in rechte is betrokken, omdat hij of zij nog een bedrag zou moeten betalen, verweert zich in die procedure met de stelling dat als dat al juist zou zijn, hij of zij ook recht heeft op betaling van een bedrag door de eiser.

Deze manier van verrekening is wel aan nadere regels onderworpen; artikel 6:136 BW bepaalt dat de gegrondheid van dit verweer op eenvoudige wijze moet zijn vast te stellen. Met andere woorden: op eenvoudige wijze moet kunnen worden vastgesteld of de wederpartij inderdaad ook een vordering heeft op de eiser. Hiervan zal niet snel sprake zijn indien de eiser betwist dat dit het geval is, maar dat hoeft op zich nog niet voldoende te zijn om het beroep op verrekening af te wijzen. Indien echter bewijs geleverd zal moeten worden voor het bestaan van de tegenvordering, of uitgebreid nader onderzoek vereist is om vast te stellen of er een bevoegdheid tot verrekening bestaat, zal een rechter al snel van oordeel zijn dat de tegenvordering niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en het verweer daarom niet kan slagen.

Het voorgaande brengt een zekere onevenwichtigheid met zich: waar de vordering van eiser in volle omvang wordt beoordeeld, en voor het vaststellen van de juistheid daarvan alle middelen beschikbaar zijn, dient de tegenvordering van de verweerder eenvoudig vastgesteld te kunnen worden.

Reconventionele vordering
Om te voorkomen dat een beroep op verrekening wordt afgewezen omdat de gegrondheid daarvan niet eenvoudig is aan te tonen, is het dan ook erstandig een dergelijk verweer te combineren met het instellen van een voorwaardelijke eis in reconventie.

Het instellen van een eis in reconventie komt, eenvoudig gezegd, neer op het starten van een ‘nieuwe' procedure ter verhaal van de tegenvordering. Het voordeel daarvan is, dat voor een vordering in reconventie dezelfde regels gelden als voor de vordering die in eerste instantie door de eiser is ingesteld (de eis in conventie). Dat de juistheid van de vordering niet op eenvoudige wijze is vast te stellen, is in dat geval voor de rechter geen reden om daar aan voorbij te gaan.

Het instellen van een vordering in reconventie is overigens geregeld in de artikelen 136 Rv en verder. De voorwaardelijke eis in reconventie staat daar niet expliciet genoemd, maar is al wel sinds jaar en dag goed gebruik. Dit komt er op neer dat de rechter pas de vordering in reconventie dient te beoordelen, indien een bepaalde voorwaarde intreedt. In het geval van verrekening als verweer, kan de voorwaardelijke eis in reconventie als een soort vangnet dienen: indien de rechter van oordeel is dat de gegrondheid van het beroep op verrekening niet op eenvoudige wijze is vast te stellen, zal de eis in reconventie (tot betaling van diezelfde vordering) moeten worden beoordeeld (waarbij het niet eenvoudig kunnen vaststellen dan geen grond meer is om de tegenvordering te verwerpen).

Mocht u gedagvaard zijn in verband met betaling van een bedrag, en bent u van mening ook nog geld te moeten krijgen van de wederpartij, dan staan de advocaten van Wieringa graag voor u klaar om daarbij te assisteren!


Geert Schnitzler is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied conflictoplossing / Procesrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Verrekening bij wijze van verweer

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief