icon

Nieuw hotelbeleid 2012-2018 voor Amsterdamse binnenstad in werking

Op 3 november 2011 schreef ik u reeds dat het stadsdeel Centrum druk doende was met nieuw hotelbeleid voor de periode van 2012-2015. Dit ‘Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015' is inmiddels definitief gemaakt. Het beleid bestaat uit deel I en deel II. De stadsdeelraad heeft op 27 maart 2012 het beleidskader (deel I) vastgesteld en de beleidsregels (deel II) zijn door het Dagelijks Bestuur op 10 april 2012 vastgesteld. Op 20 april 2012 zijn de beleidsregels van het nieuwe Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 inwerking getreden. Nieuwe aanvragen worden vanaf nu alleen nog maar aan dat beleid getoetst.

Het nieuwe hotelbeleid is stringenter dan het oude. Het stadsdeel wil nu nieuwe hotelontwikkelingen alleen nog maar toestaan in: Centrum Oost, Waterlooplein en omgeving, Valkenburgerstraat, Rapenburg, oostelijk deel van de Prins Hendrikkade (vanaf Oude Schans t/m Kattenburgerplein), Haarlemmerplein, Vijzelstraat (vanaf Herengracht t/m Nieuwe Vijzelstraat), Rozengracht en het terrein aan de Binnenkant 12A/Buiten Bantammerstraat. Voor het aantal hotelkamers is geen quota meer gesteld.

De hotelinitiatieven worden inhoudelijk getoetst aan een aantal criteria. In het concept hotelbeleid werd nog uitgegaan van vijf ruimtelijke criteria die kort gezegd betrekking op: 1) de functiemenging; 2) het woon- en leefklimaat; 3) een kwaliteitsimpuls; 4) de verkeersaantrekkende werking, verkeersveiligheid en de openbare ruimte; en 5) de parcellering & architectonische kwaliteit.

Ook ditmaal heeft het Dagelijks Bestuur op verzoek van de raadscommissies Algemene Zaken en Bouwen en wonen wederom op de valreep het omstreden criterium “beschermen woonfunctie” aan het beleid toegevoegd. Met dit criterium worden voorwaarden gesteld aan het aantal woningen dat onttrokken mag worden ten behoeve van hotelkamers.

De bescherming van woonruimte is al uitvoerig in de Huisvestingswet en de Regionale Huisvestingsverordening geregeld. Dat kan naar mijn mening niet ook nog eens langs ruimtelijke weg worden geregeld. Dat is dubbel en bovendien in strijd met het specialiteitsbeginsel, wat inhoudt dat het stadsdeel zijn bevoegdheden slechts mag uitoefenen op het daarvoor door de wetgever afgebakende terrein. Met andere woorden: in de Huisvestingswetgeving is het instrumentarium voor de bescherming van woonruimte gegeven. Het beschermen van woonruimte langs andere weg is oneigenlijk. De gegeven bevoegdheden en het instrumentarium in de Wet ruimtelijke ordening mogen niet worden ingezet voor het nastreven van huisvestingsdoeleinden. Doet het stadsdeel dat toch, dan maakt het misbruik van zijn bevoegdheden die hem op grond van de Wet ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gegeven.

Of het criterium “beschermen woonfunctie” de rechterlijke toets zal doorstaan, zal binnenkort blijken. De rechtbank Amsterdam buigt zich hier nu over. De uitspraak wordt over een paar weken verwacht. Daarover dus later meer.


Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Nieuw hotelbeleid 2012-2018 voor Amsterdamse binnenstad in werking

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief