icon

Opschortende en ontbindende voorwaarden

Deze blog is onderdeel van de serie contractenrecht.

In overeenkomsten worden tal van voorwaarden opgenomen. Maar welke werking hebben opschortende en ontbindende voorwaarden precies?

Inleiding

Partijen die een overeenkomst sluiten kunnen daarin bepaalde voorwaarden opnemen, op grond waarvan de werking van de verbintenissen uit de overeenkomst van een onzekere gebeurtenis afhankelijk wordt gesteld (artikel 6:21 BW). In de wet wordt een onderscheid gemaakt tussen twee typen van zulke voorwaarden (in artikel 6:22 BW):

  1. Bij een opschortende voorwaarde ontstaan de verbintenissen uit de overeenkomst pas met het plaatsvinden van een onzekere gebeurtenis. (In het Engels ook wel: condition precedent.)
  2. Bij een ontbindende voorwaarde vervallen die verbintenissen juist met het plaatsvinden van een onzekere gebeurtenis. (In het Engels ook wel: condition subsequent.)

Totstandkoming en afdwingbaarheid

Ook indien partijen een opschortende of ontbindende voorwaarde hebben opgenomen komt er tussen hen een overeenkomst tot stand. Het betreft alleen een voorwaardelijke overeenkomst. Dit is anders indien een totstandkomingsvoorwaarde is opgenomen. Dan hebben partijen afgesproken dat met het plaatsvinden van een onzekere gebeurtenis de overeenkomst wel of niet tot stand komt.

Een belangrijk verschil is de afdwingbaarheid. Indien partijen in een overeenkomst een opschortende voorwaarde hebben opgenomen zijn de rechten en verplichtingen daaruit nog niet afdwingbaar. Bij een onder ontbindende voorwaarde aangegane overeenkomst is dat andersom. Dan zijn vanaf het moment van aangaan van de overeenkomst de rechten en verplichtingen daaruit afdwingbaar.

Bewijslast

Het onderscheid tussen opschortende en ontbindende voorwaarde is ook van belang voor de stelplicht en bewijslast. De stelplicht en bewijslast ten aanzien van het bestaan, de inhoud en het vervuld zijn van een voorwaarde ligt bij de partij die zich op deze voorwaarde beroept.

De schuldeiser die nakoming van een verplichting uit een overeenkomst onder opschortende voorwaarde vordert, dient te stellen en te bewijzen dat deze voorwaarde bestaat, wat de inhoud hiervan is en waarom deze voorwaarde is vervuld. Bij een overeenkomst onder ontbindende voorwaarde is dat andersom en hoeft de schuldeiser dat allemaal niet.

De schuldenaar die zich bij wijze van verweer tegen een nakomingsvordering op de vervulling van een ontbindende voorwaarde beroept, dient te stellen en te bewijzen dat deze voorwaarde bestaat, wat de inhoud hiervan is en waarom deze voorwaarde is vervuld.

Wieringa Advocaten is u graag van dienst

Heeft u vragen over een opschortende en ontbindende voorwaarde? Neem gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Opschortende en ontbindende voorwaarden

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief