icon

Opzegging van een duurovereenkomst

Eerder schreven wij al een blog van meer casuïstische aard over de mogelijkheden tot het opzeggen van duurovereenkomsten. Deze blog is, als onderdeel van onze Serie Contractenrecht van meer algemene aard.

Wat is een duurovereenkomst?

Een duurovereenkomst is een overeenkomst die één of meer partijen verplicht tot opeenvolgende of voortdurende prestaties (denk bijvoorbeeld aan distributie-, huur- en arbeidsovereenkomsten). De duurovereenkomst onderscheidt zich hiermee van voorbijgaande overeenkomsten, die door een enkele prestatie kunnen worden voldaan (zoals bijvoorbeeld een koopovereenkomst).

De duurovereenkomst kent geen eigen wettelijke regeling. Het staat partijen grotendeels vrij de vorm en inhoud van een dergelijke overeenkomst te bepalen. Voor sommige duurovereenkomsten van specifieke aard, zoals huur- en arbeidsovereenkomsten, gelden wel wettelijke kaders die de contractsvrijheid beperken.

Duurovereenkomsten kunnen zowel voor bepaalde tijd als voor onbepaalde tijd worden aangegaan. In beginsel geldt daarbij geen schriftelijkheidsvereiste. Een duurovereenkomst kan mondeling en zelfs stilzwijgend tot stand komen, bijvoorbeeld doordat partijen al lang met elkaar in een handelsrelatie verkeren. Als een partij bijvoorbeeld al jarenlang producten afneemt van een andere partij, zonder dat zij daarover schriftelijk afspraken hebben vastgelegd, is het aannemelijk dat over de jaren toch (stilzwijgend) een duurovereenkomst tussen hen tot stand is gekomen. Dit kan tot (onbedoeld) gevolg hebben dat het voor beide partijen niet zomaar mogelijk is om van de ene op de andere dag de handelsrelatie te verbreken en te stoppen met de afname dan wel levering van de producten.

Opzeggen duurovereenkomst met wettelijke opzeggingsregeling

Of een duurovereenkomst kan worden opgezegd, hangt onder meer af van de inhoud van de duurovereenkomst en of daarop wettelijke bepalingen van toepassing zijn. Als ten aanzien van de inhoud van de duurovereenkomst een wettelijke opzeggingsregeling bestaat (zoals bij huur- en arbeidsovereenkomsten en overeenkomsten van opdracht), geldt dat die wettelijke opzeggingsregeling van toepassing is. In beginsel is het dan niet, of slechts ten voordele van de opgezegde partij, mogelijk van een wettelijke opzeggingsregeling af te wijken.

Opzeggen duurovereenkomst met contractuele opzeggingsregeling

Ten aanzien van duurovereenkomsten waarvoor geen wettelijke opzeggingsregeling van toepassing zijn (zoals distributieovereenkomsten), kunnen partijen in beginsel zelf een contractuele opzeggingsregeling overeenkomen. Ten aanzien van contractuele opzeggingsregelingen is het in beginsel niet mogelijk bij de opzegging daarvan af te wijken. Zoals bij alle overeenkomsten kan een beroep op een contractuele opzeggingsregeling wel onaanvaardbaar zijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.

Opzeggen duurovereenkomst zonder opzeggingsregeling

Indien ten aanzien van de inhoud van een duurovereenkomst geen wettelijke opzeggingsregeling bestaat en evenmin een contractuele opzeggingsregeling overeen is gekomen, moet aan de hand van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid worden bepaald of en onder welke voorwaarden de duurovereenkomst kan worden opgezegd. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen duurovereenkomsten voor bepaalde tijd, welke in beginsel niet opzegbaar zijn, en duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd, welke in beginsel wel opzegbaar zijn.

A. Duurovereenkomsten voor bepaalde tijd

Ten aanzien van duurovereenkomsten voor bepaalde tijd, waarin geen regeling voor tussentijdse opzegging is opgenomen, geldt dat die in beginsel niet tussentijds kunnen worden opgezegd. Dit is slechts anders indien sprake is van onvoorziene – dat wil zeggen niet in de overeenkomst verdisconteerde – omstandigheden, die niet voor rekening van de opzeggende partij komen en die van zo ernstige aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst tot de overeengekomen einddatum niet mag verwachten. Dat van dergelijke onvoorziene omstandigheden sprake is, wordt door rechters niet snel aangenomen.

B. Duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd

De Hoge Raad heeft bepaald dat indien partijen ten aanzien van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd geen contractuele opzeggingsregeling zijn overeengekomen, deze in beginsel wél kan worden opgezegd (op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid). Daarbij geldt wel dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien:

  1. daarvoor een voldoende zwaarwegende grond aanwezig is; en/of
  2. daarbij een redelijke opzegtermijn in acht wordt genomen; en/of
  3. dat een schadevergoeding verschuldigd is.

Deze criteria zijn communicerende vaten. Zo geldt over het algemeen bijvoorbeeld dat de duur van een voldoende redelijke opzegtermijn mede afhankelijk is van hoe zwaarwegend de grond voor opzegging is. Zodoende kan het gebrek aan een zwaarwegende grond als het ware worden verdisconteerd in de opzegtermijn. Ook de vraag of een schadevergoeding verschuldigd is en hoe hoog die moet zijn, is mede afhankelijk van de vraag of een zwaarwegende grond voor opzegging aanwezig is en of een redelijke opzegtermijn in acht is genomen.

Omstandigheden die bij het bovenstaande een rol kunnen spelen zijn – onder andere – de volgende:

  • De belangen van partijen: het redelijk belang van de opzeggende partij bij de opzegging, afgewogen tegen het redelijk belang van de opgezegde partij bij voortzetting van de overeenkomst.
  • De aard van de overeenkomst en aard van de betrokken partijen: bij commerciële overeenkomsten ligt vanwege de aard van de overeenkomst en de hoedanigheid van partijen de nadruk meer op contractsvrijheid, terwijl bij niet-commerciële overeenkomsten de nadruk meer zal liggen op het belang van de opgezegde partij.
  • De duur van de overeenkomst en (exclusieve) relatie: de vraag of partijen lange tijd zaken met elkaar doen en/of sprake is van een hechte en eventueel een exclusieve relatie.
  • Afhankelijkheid: de mate waarin een partij afhankelijk is van de (omzet van de) andere partij en of het voortbestaan van de onderneming van de partij die wordt opgezegd in gevaar is.
  • Wat aan de opzegging vooraf is gegaan: de wijze waarop partijen altijd hebben samengewerkt en het vertrouwen dat de opgezegde partij mocht hebben op voortzetting van de overeenkomst (bijvoorbeeld door de wijze waarop partijen zich in dat kader over en weer naar elkaar hebben uitgelaten).
  • Investeringen: de investeringen die een partij heeft gedaan die niet worden gecompenseerd door het in acht nemen van een bepaalde opzegtermijn kunnen voor schadevergoeding in aanmerking komen.

Joren Wiewel is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Opzegging van een duurovereenkomst

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief