icon

Eerste Kamer stemt in met spoedwet digitale besluitvorming

Op 31 maart 2020 heeft de minister van Binnenlandse Zaken het wetsvoorstel Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba naar de Tweede Kamer gestuurd. Op grond van de huidige wetgeving (o.a. Provinciewet en Gemeentewet) is digitale besluitvorming niet mogelijk. De spoedwet maakt digitale besluitvorming voor decentrale organen wél mogelijk, zodat de decentrale organen in de ‘uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van het coronavirus’ zoveel mogelijk kunnen blijven functioneren. De Tweede Kamer heeft op 1 april met het wetsvoorstel ingestemd. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 7 april 2020 na een plenair debat aangenomen.

De spoedwet is op 8 april 2020 in het Staatsblad gepubliceerd en is bij bekendmaking onmiddellijk in werking getreden. De spoedwet vervalt in beginsel op 1 september 2020, maar kan indien nodig steeds met maximaal 2 maanden worden verlengd.

Spoedwet digitale besluitvorming
De spoedwet digitale besluitvorming regelt dat de plaats die door de burgemeester wordt aangewezen voor de vergadering (volgens artikel 19 Gemeentewet) ook een digitale omgeving kan betreffen (zie artikel 2.1 spoedwet). Deze digitale vergadering kan worden geopend, indien meer dan de helft van de zitting hebbende leden in de digitale omgeving aan de vergadering deelneemt (zie artikel 2.2 spoedwet, in afwijking van artikel 20 lid 1 Gemeentewet). Normaliter wordt de vergadering ex artikel 23 Gemeentewet in het openbaar gehouden. Onder de spoedwet wordt onder openbaar tevens verstaan ‘een vergadering in een digitale omgeving die door de bevolking op afstand middels een live-verbinding kan worden gevolgd’ (zie artikel 2.3 spoedwet). In deze digitale vergadering kunnen de raadsleden stemmen door middel van een openbare wilsverklaring (zie artikel 2.5). In het geval dat schriftelijk wordt gestemd, kunnen stembriefjes door ‘ieder raadslid persoonlijk, per koerier of per brief worden ingeleverd bij de griffie na afloop van een vergadering’ (zie artikel 2.4 spoedwet).

Voorschriften uit de Gemeentewet waarvan niet expliciet in de spoedwet is afgeweken blijven (logischerwijs) van toepassing. Dit geldt onder andere met betrekking tot de vormgeving van inspraak. Op grond van artikel 150 Gemeentewet stelt de gemeenteraad een verordening vast waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken. De gemeenteraad zou dan ook op grond van dit artikel de inspraak kunnen vormgeven door inspraak via e-mails vooraf of inbellen mogelijk te maken. Dit volgt ook uit de memorie van toelichting bij de spoedwet. De spoedwet betekent dan ook geen inperking van de participatiemogelijkheden zoals die nu gelden voor een vergadering van de volksvertegenwoordiging; wél kan de vorm van participatie per gemeente (gaan) verschillen.


Dominique de Haas is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Eerste Kamer stemt in met spoedwet digitale besluitvorming

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief