icon

De WAB uitgelegd (4) – de ww-premie

WW-premie

Per 1 januari 2020 verandert de berekening van de WW-premie. Op dit moment hangt de hoogte van de door werkgever verschuldigde WW-premie af van de bedrijfssector waarin de Belastingdienst de werkgever heeft ingedeeld. Die premiedifferentiatie voor de WW wordt afgeschaft en vervangen door twee soorten premies: een lage premie voor contracten voor onbepaalde tijd en een hoge premie voor contracten voor bepaalde tijd en oproepovereenkomsten. De WAB brengt ook een (nieuwe) definitie van de oproepovereenkomst, zoals toegelicht in mijn eerdere blog in deze reeks.

Voor een oproepovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt ook de hoge WW-premie gerekend, omdat in een dergelijke overeenkomst geen vaste omvang van de arbeid is overeengekomen. Voor uitzendovereenkomsten geldt ook de hoge premie.

De hoge premie zal 5% hoger liggen dan de lage premie. De exacte hoogte van de hoge en lage WW-premies wordt bekendgemaakt in november 2019.

Loonstrook

De Belastingdienst zal de verschuldigde premie primair beoordelen aan de hand van de loonstroken. Vanaf 1 januari 2020 is de werkgever dan ook verplicht om op de loonstrook te vermelden:

– wat de overeengekomen arbeidsduur is: is deze variabel dan geldt de hoge premie;

– of er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die schriftelijk is aangegaan: is de overeenkomst niet schriftelijk vastgelegd dan geldt de hoge premie;

– of sprake is van een oproepovereenkomst: ook dan geldt de hoge premie.

Daarnaast moet de werkgever een afschrift van de arbeidsovereenkomsten van de werknemers voor wie hij een lage premie betaalt in de loonadministratie opnemen.

Dit kunt u veranderen om in de lage premie terecht te komen

De meest voor de hand liggende verandering is het schriftelijk vastleggen van alle arbeidsovereenkomsten, door een overeenkomst te sluiten met daarin de overeengekomen arbeidsvoorwaarden. Als een contract voor bepaalde tijd van rechtswege overgaat in een voor onbepaalde tijd, leg juist dan de nieuwe overeenkomst voor onbepaalde tijd schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan blijft de hoge premie van toepassing.

Indien u met overeenkomsten werkt waarbij de omvang van de arbeid niet is vastgelegd (de oproepovereenkomst) dan geldt ook de hoge premie. Het is dan interessant om te onderzoeken of er een patroon te ontdekken valt in het aantal gewerkte uren. Wordt er bijvoorbeeld gemiddeld in een jaar steeds even veel uren gewerkt, maar wisselt het aantal uren sterk per week of maand, dan kunt u een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd sluiten met een vast aantal uren per jaar, mits het loon gelijkmatig over het jaar is verspreid (de jaarurennorm). Zolang u binnen de grenzen van de Arbeidstijdenwet blijft kunt u de uren dan onregelmatig over maanden of weken verdelen en toch onder de lage premie vallen.

Kunt u geen enkel patroon ontdekken, behalve een minimum aantal uren per week of maand? Dan kunt u een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd sluiten met een vast aantal minimum uren. Let op, u kunt het minimum aantal uren niet meer dan met 30% in een kalenderjaar overschrijden. Komt het aantal uren boven de 30% dan wordt met terugwerkende kracht alsnog het hoge tarief toegepast door de Belastingdienst.

Let op bij het beëindigen van contracten voor onbepaalde tijd. Als deze uiterlijk 2 maanden na het aangaan weer eindigt (ongeacht welke reden, meestal op basis van de proeftijd) wordt ook hierover met terugwerkende kracht het hoge tarief toegepast.

Andere premies

De sectorindeling wordt overigens niet helemaal afgeschaft. Deze blijft relevant voor onder andere WGA en ZW premies. Daarbij wordt per 1 januari 2020 het overgangsrecht voor de uitzendsector afgeschaft. Alle uitzendbedrijven komen in sector 52.

Een bedrijf valt onder de definitie van uitzendbedrijf als meer dan 50% van het totale premieplichtige loon op jaarbasis wordt besteed aan werknemers die werken op basis van een uitzendovereenkomst. Dat is een arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde. Het doet er niet toe of er een uitzendbeding in de arbeidsovereenkomst staat.

Overigens worden bedrijven die voor minder dan 50% van het totale premieplichtige loon op jaarbasis werknemers uitzenden, maar meer dan 15%, gesplitst ingedeeld in sector 52 en de andere toepasselijke sector.

Alle payrollbedrijven komen in sector 45 (zakelijke dienstverlening III). De payrollovereenkomst is de uitzendovereenkomst, waarbij de overeenkomst van opdracht tussen de werkgever en de derde niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en waarbij de werkgever alleen met toestemming van de derde bevoegd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen.

Dit is een artikel uit de reeks artikelen waarin wij u op de hoogte brengen van de voor u relevante veranderingen in het arbeidsrecht door de invoering van de WAB: de Wet Arbeidsmarkt in Balans.

Mocht u in de tussentijd vragen hebben, Wieringa Advocaten informeert u ook graag persoonlijk over de gevolgen van deze veranderingen voor uw organisatie.


Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
De WAB uitgelegd (4) – de ww-premie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief