icon

Aansprakelijkheid OK-bestuurder

Als een procedure bij de Ondernemingskamer (“OK”) aanhangig wordt gemaakt, is er vaak veel aan de hand binnen een onderneming. De OK beschikt over verschillende voorzieningen om orde op zaken te stellen. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn het schorsen van besluiten, het schorsen of ontslaan van bestuurders of commissarissen en het tijdelijk aanstellen van dergelijke functionarissen.

De door de OK te treffen voorzieningen kunnen diep ingrijpen binnen een onderneming. Als de OK bestuurders schorst en één of meerdere tijdelijke bestuurders (de “OK-bestuurder”) benoemt, krijgt een onderneming een geheel nieuwe leiding. De OK-bestuurder moet vaak knopen doorhakken terwijl betrokken partijen verschillend denken over de te volgen weg. Van de OK-bestuurder wordt dus best wat verwacht.

Dat de OK-bestuurder het niet voor iedereen goed kan doen, volgt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland. Door de OK was eerder een OK-bestuurder aangesteld bij Vikariën B.V. Die vennootschap verkeerde in zwaar weer. De OK-bestuurder is zijn werkzaamheden begonnen en heeft vier vennootschappen in de gelegenheid gesteld een bieding uit te brengen op de onderneming van Vikariën.

De OK-bestuurder slaagt erin met één van de bieders (de “Bieder”) een overeenkomst te sluiten. Nadien komt hij erachter dat één van de aandeelhouders van Vikariën stiekem een deal heeft gesloten met de Bieder. Die aandeelhouder heeft geregeld dat hij na de overname vijf jaar lang recht heeft op 25% van de winst van de onderneming van Vikariën. De OK-bestuurder vindt deze afspraak onacceptabel en stelt o.a. voor om dat percentage ten goede van beide aandeelhouders te laten komen. Uiteindelijk haakt de Bieder af.

Kort daarna wordt Vikariën in staat van faillissement verklaard. Het faillissement vormt het startschot voor voornoemde procedure bij de Rechtbank Midden-Nederland. De aandeelhouder die een deal had gesloten met de Bieder vordert in die procedure o.a. vergoeding van de door hem geleden schade.

De rechtbank moet zich buigen over de aansprakelijkheid van de OK-bestuurder. Een onderwerp dat in de jurisprudentie niet eerder aan de orde is gekomen. In de literatuur zijn de meningen verdeeld over de norm die moet gelden voor aansprakelijkheid van de OK-bestuurders. Verschillende partijen verdedigen dat dezelfde norm moet gelden als die geldt voor ‘reguliere’ bestuurders. Anderen menen dat een hogere drempel moet gelden vanwege de moeilijke omstandigheden waaronder de OK-bestuurder vaak werkzaam is.

De Rechtbank Midden-Nederland past in deze procedure de norm toe die ook geldt voor ‘reguliere’ bestuurders. Aangezien het gaat over schade die is geleden door een aandeelhouder (afgeleide schade) komt deze slechts voor vergoeding in aanmerking indien de OK-bestuurder een specifieke zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden jegens een aandeelhouder en hem daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Bij de beoordeling of sprake is van een ernstig verwijt, moeten volgens vaste jurisprudentie alle omstandigheden van het geval betrokken worden. Dat doet de rechtbank ook in dit geval. Op die manier wordt toch rekening gehouden met de specifieke omstandigheden waarin de OK-bestuurder zich bevond. De rechtbank overweegt dat de OK-bestuurder door de OK “feitelijk in een wespennest is geparachuteerd”. Onder die omstandigheden valt hem geen ernstig verwijt te maken.

Desondanks is dit een belangrijke uitspraak om in het achterhoofd te houden. Wordt wellicht vervolgd.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Aansprakelijkheid OK-bestuurder

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief