icon

DNB niet aansprakelijk voor faillissementstekort DSB Bank

Inmiddels is het alweer meer dan vijf jaar terug dat DSB Bank failliet werd verklaard door de Rechtbank Amsterdam.

De curatoren hebben in de tussentijd niet stil gezeten; zij hebben de preferente vorderingen geheel voldaan en van de concurrente vorderingen inmiddels 74%, waarbij de mogelijkheid bestaat dat het percentage in de toekomst zelfs oploopt tot 100%. Daarnaast is op 4 november 2014 een regeling op grond van de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade verbindend verklaard. Uit hoofde van die regeling kunnen (ex-)klanten van DSB Bank aanspraak maken op schadevergoeding.

Ook hebben de curatoren (tezamen met diverse belangenverenigingen) een procedure aanhangig gemaakt tegen De Nederlandsche Bank (DNB), waarin zij onder meer een verklaring voor recht vorderden dat DNB onrechtmatig heeft gehandeld jegens de schuldeisers van DSB Bank en dientengevolge aansprakelijk is voor de geleden schade.

Op 29 april 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in deze procedure. De vorderingen van de curatoren c.s. werden daarbij afgewezen. Saillant detail is dat de rechtbank de door het Rapport Scheltema van 23 juni 2010 ingezette – ons inziens behoorlijk vernietigende – koers niet heeft gevolgd.

Het verwijt dat de curatoren c.s. aan het adres van DNB maakten, was kort gezegd dat geen bankvergunning had mogen worden verleend aan DSB Bank. Verder zou DNB ook fouten hebben gemaakt bij het doorlopende toezicht op DSB Bank, alsmede bij het verstrekken van noodfinanciering. Het gevolg daarvan zou zijn dat DSB Bank is gefailleerd.

DNB heeft daartegen onder meer aangevoerd dat het faillissement niet door haar (vermeende) fouten is ontstaan, maar door een amalgaam van verschillende feiten en omstandigheden waaronder de financiële crisis, maatschappelijke onrust over de activiteiten van DSB Bank en de oproep van een derde om spaartegoeden onmiddellijk op te nemen.

De maatstaf waaraan de rechtbank vervolgens toetst, is uitdrukkelijk niet of DNB destijds andere of betere keuzes had kunnen maken, maar of DNB in redelijkheid tot haar gemaakte keuzes heeft kunnen komen. Volgens de rechtbank dient daarbij in ogenschouw te worden genomen dat het enkele feit dat DSB Bank failliet is gegaan nog niet impliceert dat DNB fouten heeft gemaakt. De rechtbank stelt vast dat partijen het er zelfs over eens zijn dat DNB in de regel goed geïnformeerd was over de financiële toestand van DSB Bank, ook bij het verlenen van de vergunning.

De rechtbank oordeelt dat DNB in redelijkheid tot haar gemaakte keuzes kon komen. Niet is vast komen te staan dat DNB al in een eerder stadium had moeten begrijpen dat een hardere aanpak dan gebruikelijk nodig was. Ook is niet vast komen te staan dat DNB in redelijkheid geen vergunning aan DSB Bank had mogen verlenen of dat zij eerder en/of zwaarder had moeten ingrijpen.

Verder oordeelde de rechtbank dat de curatoren c.s. niet hebben onderbouwd waarom en in hoeverre de schuldeisers van DSB Bank beter af zouden zijn geweest indien DNB beter toezicht zou hebben gehouden. Voorts wordt niet onderbouwd wat DNB volgens de curatoren c.s. concreet anders had moeten doen, wat daarvan het concrete gevolg zou zijn geweest en hoe dat het faillissement van DSB Bank had kunnen voorkomen.

In het faillissementsverslag van 30 april 2015 valt te lezen dat de curatoren zich beraden op de mogelijkheid van hoger beroep.


Alexander op het Hoog is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
DNB niet aansprakelijk voor faillissementstekort DSB Bank

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief